Over alles behalve design

Abonneren op feed Over alles behalve design
arthouse, classics, cult, Hollywood, music
Bijgewerkt: 2 uur 43 min geleden

Ak’chamel, The Giver Of Illness live in OCCII (9 november 2023)

zo, 11/12/2023 - 09:33

Het optreden van Texaans duo Ak’chamel in OCCII was bijna niet doorgegaan vanwege vliegtuigvertraging. Uiteindelijk stonden er na een omweg via Brussel en een tramrit tijdens de avondspits niet twee maar drie mysterieuze personen op het podium voor de afsluiting van een wonderlijke avond.

Voordat Ak’chamel een mist deed optrekken in OCCII moesten we ons eerst door de openingsact heen worstelen. De Portugees/Nederlandse band werd gedomineerd door de muzikant links met zijn witte dubbelhals gitaar. De laatste keer dat ik een dubbelhals zag was er eentje in handen van bassist Derek Albion Smalls. Het instrument in OCCII was een Siamese tweeling bestaand uit een basgitaar en een gewone gitaar. Het gevaarte oogde heel stoer, maar de meerwaarde ontging mij. Het bovenste basgitaargedeelte werd namelijk sporadisch gebruikt. De leidende baspartijen waren vooraf opgenomen en werden tevoorschijn getoverd met een enkele druk op een knop. De korte, krakkemikkige basloopjes klonken als gehaast vastgelegde opwellingen. De drummer was genoodzaakt de geprefabriceerde loopjes op zijn gehoor te volgen. Hij probeerde krampachtig en voorzichtig trommelend in de maat de blijven, wat soms ook lukte. Bij één nummer eindigde de band zelfs tegelijkertijd.

De muziek was enigszins te vergelijken met de industriële funk van Britse band Hula ten tijde van het album Murmur, maar dan in een uitgeklede uitvoering. Variatie en spannende opbouw waren ver te zoeken. De gitarist kwam niet verder dan opgewarmde funkrock- en bluesclichés. De drummer verraste eenmaal door ergens halverwege de set plompverloren een niet komisch bedoelde Phil Collins-drumroffel toe te voegen. De vocalist wist als enige te imponeren met zwaar vervormde schreeuwvocalen, het soort waarmee je succesvol kunt solliciteren bij deathmetal- en noisebands. Spijtig genoeg bleef hij bescheiden in de buurt van de effectapparatuur staan in plaats van een verdiende plek op te eisen op de middenstip van het podium. Het veel te lang durende optreden leverde binnen mijn gezelschap uiteindelijk de slappe lach op. Familie, vrienden en kennissen van de band reageerden ronduit enthousiast.

Hoofdact Ak’chamel, The Giver Of Illness werd voorafgegaan door dikke mistbanken uit een rookmachine. Twee silhouetten doemden op. Links een lange sjamaan met tempelbelletjes en rechts een kleinere met blaasinstrumenten. Allerhande kleine percussie lag voor hem op de grond te wachten tussen een rijtje effectpedalen. Beide individuen waren gehuld in eigenhandig aan elkaar genaaide lappen. Gezichten bleven verborgen achter maskers. Een derde sjamaan stampte door de zaal en liep tussen de bezoekers alsof hij dwaalde tussen boomstammen in een prehistorisch woud. Hij voegde zich bij de andere twee voor een korte muzikale ceremonie. De psychedelische woestijnfolk leek afkomstig uit een tijd ver voor de jaartelling. De muzikant rechts stak onder meer exotische blaasinstrumenten en een klarinet door de mondopening van zijn masker. De naast hem gezeten middelste muzikant tokkelde schrapend op snaren van een viool. Vocalen werden opgestapeld tot koorzang die op natuurlijke wijze opging in vertraagd golvende en dreigend klinkende ambient. Wanneer de mist optrok hoorden we veldopnamen van een nachtelijk kikkerkoor. Een hond blafte in de verte.

De set was te kort om volledig in trance te raken of tot een bewustzijnsverandering te komen. De drie mannen liepen na minder dan een half uur speeltijd plotseling weg. Na een paar minuten keerden twee bandleden alsnog terug. De derde bleek helemaal niet bij de band te horen en was een Nederlandse fan die zich vrijwillig als figurant had opgegeven. Na anderhalve minuut toegift klonk het geluid van een mobiele telefoon over de speakers. Ak’chamel staakte abrupt, gooide de armen in de lucht en verdween voorgoed, het publiek verbijsterd achterlatend. Woestijnhumor is droge humor.

Concerten in november: Lewsberg, John Zorn + Lloyd Cole

do, 11/09/2023 - 10:41

Muziekmaand november ging voor mij van start met drie zeer uiteenlopende concerten in OCCII, Melkweg en tijdens het festival November Music in Den Bosch.

Lewsberg in OCCII Amsterdam (vrijdag 3 november 2023)

Lewsberg (bron: YouTube)

Lewsberg had Paradiso of Melkweg kunnen uitverkopen, maar koos deze maand bewust voor een Nederlandse tour langs knusse kleine Nederlandse zalen. Het uitverkochte concert in OCCII maart vorig jaar was in mijn herinnering minder afgeladen dan dat van afgelopen vrijdag. De rustigere nummers van mini-album In Your Hands, en wellicht al enkele van het recent verschenen Out And About, voegden zich toen schuchter tussen de favorieten van de eerste twee albums. Vrijdag stond het nieuwe ingetogen repertoire fier tussen de oudere nummers. De Rotterdamse band heeft onlangs een Amerikaanse tournee afgesloten en het melodische minimalisme tijdens die reis verder geperfectioneerd. De onderkoelde praatzang van gitarist/violist Arie van Vliet werd nog meer afgewisseld met de fluwelen stemmen van bassist Shalita Dietrich en drummer Marrit Meinema. De noise tijdens de heftige solo’s van gitarist Michiel Klein deed de VU-meters nog dieper in het rood uitslaan. De onderkoelde podiumuitstraling is een van de charmes van de band. De zakelijke afkondiging van Van Vliet, klinkend als een conducteur vlak voor het naderen van het eindstation, zorgde voor een komische noot.

Op YouTube vind je opnamen van mauri d en rialto1961.

John Zorn New Masada Quartet in Verkadefabriek Den Bosch (zaterdag 4 november 2023)

John Zorn New Masada Quartet (bron: YouTube)

John Zorn was eregast tijdens het eerste weekend van het twaalf dagen durende festival November Music in Den Bosch. De Amerikaanse saxofonist vierde zijn zeventigste verjaardag met meerdere optredens en een filmvoorstelling. De zaterdagmiddag begon vroeg met een concert van zijn New Masada Quartet. De groep kon kiezen uit een selectie van de ruim 600 composities die het project Masada sinds de jaren negentig heeft voortgebracht. Zorn opende met een kort onstuimig stuk waarin hij op zijn kenmerkende manier de andere drie muzikanten en het publiek alle hoeken van de zaal liet zien, zappend van het ene naar het andere thema. De saxofonist kon ondanks het hoge tempo tegelijkertijd musiceren en dirigeren, gebruikmakend van korte hand- en beenbewegingen. Zijn bandleden wisten precies welke codes hij doorseinde en wat ze er binnen een milliseconde mee moesten doen. Als John Zorn zijn vingers over elkaar wreef, begon drummer Kenny Wollesen jazzy tegen de ride bekken te tikken. Een vuist in de lucht betekende de komst van een abrupt einde. Andere bewegingen, zoals het opgeheven linkerbeen en de vingers tegen het hoofd, bleven voor mij een mysterie.

De speltechniek was fenomenaal en in het geval van gitarist Julian Lage bijna op het onmenselijke af. Zijn vingers renden over de fretten tijdens solo’s vol onvoorspelbare noten die naar hartelust werden verbogen. Zorn keek tevreden lachend toe. De stemming op het podium was alsof je getuige was van een ontmoeting van muziekvrienden in een café. De vier muzikanten stonden dicht bij elkaar en lachten en keuvelden tussen en soms tijdens het spelen. Muziek van Masada kent veel lyrische momenten met thema’s die onder meer zijn geïnspireerd door klezmer. Bassist Jorge Roeder liet zijn contrabas zingen in een solo met vele hoge basnoten. De blues was ook niet ver weg. Zorn bepaalde de vorm van het bluesschema door getallen met zijn vingers te vormen. Elk getal stond voor een specifiek akkoord. De oude muzikant toonde geen enkele vorm van slijtage of ademnood, ook niet tijdens de circulaire ademhalingstechniek waarmee hij door zijn instrument blies. New Masada Quartet sloot de ruim veertig minuten perfectie net zo onstuimig af als waarmee het was aangevangen.

Fragmenten van het optreden vind je hier en hier.

Lloyd Cole in Melkweg Amsterdam (maandag 6 november 2023)

Lloyd Cole (bron: YouTube)

Lloyd Cole is acht jaar jonger dan John Zorn, maar lang niet zo fit als de Amerikaan. Maandag sloot de Britse singer-songwriter het Europese deel van zijn tournee af in Melkweg Amsterdam. De vermoeidheid was van zijn gezicht af te lezen. Met thee probeerde hij zijn gehavende stembanden te zalven, een enkele keer terwijl een nummer al enige tijd onderweg was. In het tweede deel van het ruim twee uur durende optreden kwamen de paar hoge noten met moeite uit zijn keel. Bij een van de intro’s liep de in het wit gestoken Cole terug backstage, naar eigen zeggen in een poging om van kostuum te wisselen. Tegen het einde zag je hem adem uitblazen als een hardloper na een coopertest.

Het optreden was in tweeën gesplitst met halverwege een adempauze van tien minuten. In de kalme eerste set speelde Lloyd Cole op gitaar; eerst solo, na een nummer terzijde gestaan door gitarist Neil Clark en vanaf het derde nummer met complete band. Toetsenist Blair Cowan, die net als Clark ooit deel uitmaakte van The Commotions, zat rechts gebogen over toetsen en Signy Jakobsdottir zong achter de drums af en toe achtergrondvocalen. Oude hits als Rattlesnakes en Perfect Skin werden afgewisseld met recent materiaal, zoals On Pain van het gelijknamige nieuwste album. Voor de tweede en meest geslaagde set haalde de zanger een basgitaar tevoorschijn, werd er meer gerockt en klonken de gitaarsolo’s van Clark iets feller. De toetsen stonden in de geluidsmix meer op de achtergrond. Vooral de sequencerloopjes hadden wat mij betreft meer naar de voorgrond gemogen om de synthpop meer pit te geven.

Ook tijdens dit concert werd volop gefilmd, zoals door rialto1961 tijdens Rattlesnakes.

Concert van de maand: Shellac in Paradiso (20 oktober 2023)

di, 10/31/2023 - 20:36

Shellac heb ik meermaals live gezien sinds de oprichting van de band in 1992. Het Amerikaanse trio heeft Amsterdam meer dan eens bezocht en was in 2002 verantwoordelijk voor de beste editie die ik heb meegemaakt van het Engelse festival All Tomorrow’s Parties. Het vorige Amsterdamse optreden van Shellac had ik overgeslagen omdat ik dacht dat de band me niet meer zou kunnen verrassen. Ook het optreden in Paradiso op vrijdag 20 oktober stond in eerste instantie niet in mijn agenda, tot ik een kaartje cadeau kreeg. Het optreden werd meer dan een nostalgisch weerzien.

De deuren van Paradiso gingen al om 17:30 uur open voor het optreden van Shellac en dat was niet omdat de drie bandleden graag op tijd naar bed wilden. Het uitgebreide programma van Amsterdam Dance Event maakte een latere aanvangstijd onmogelijk. Het vroege tijdstip had zo z’n voordelen. Een bevriende bezoeker uit Groningen kon na het slotakkoord met gemak de trein naar huis halen en voor middernacht terugkeren bij zijn gezin.

Iets na zessen kwam voorprogramma Lifeless Past het podium op. De twee leden van het Haags/Rotterdamse duo stonden ver van elkaar opgesteld. Links een drummer, staand achter drumpads en een bekken, en helemaal rechts de zanger/gitarist. Lifeless Past zal uitgenodigd zijn met Big Black in gedachten. Die eerdere band van Steve Albini was actief in de jaren tachtig en de muziek van de Nederlandse band klinkt alsof het onlangs uit een tijdcapsule is gehaald die midden jaren tachtig was begraven. Beide bands hebben het gebruik van een drumcomputer gemeen. Daarmee houden de vergelijkingen op. Lifeless Past leent loopjes en akkoordenschema’s van new wave bands als Joy Division en The Cure. De drums zijn familie van Doktor Avalanche, de machine die voor de hartslag zorgt bij The Sisters Of Mercy. De nummers zochten hun weg in echobak Paradiso en klonken vanwege de galm alsof ze van heel ver weg kwamen. Na een veelbelovende opening nam het gitaargeluid de overhand en kregen de cyberpunknummers last van eenvormigheid.

Shellac doet niet aan effectbejag. Het geluid van de Amerikanen is afgekloven en teruggebracht tot het noodzakelijke minimum. De nummers op de setlist waren geplukt van alle vijf albums die sinds 1994 zijn verschenen, meestal niet meer dan één nummer per album, aangevuld met Wingwalker van de single Uranus uit 1993 en een selectie nieuwe nummers. Ook de Squirrel Song kwam voorbij met de openingszin This is a sad fuckin’ song, We’ll be lucky if I don’t bust out crying. Steve Albini stond ook zelf een paar keer op het punt om in tranen uit te barsten. Zo had ik hem nog niet eerder gezien. Het eerste nauwelijks ingehouden emotionele moment was bij de aankondiging van Scrappers, een nummer over de door Albini zeer gerespecteerde mensen die in zijn thuisstad Chicago leven van wat anderen weggooien. Albini moest ook even slikken bij de gedachte aan zijn muzikale held Link Wray die op hetzelfde podium van Paradiso heeft gestaan, zoals vereeuwigd op het album Live At The Paradiso. Bassist Bob Weston vertelde warme herinneringen te hebben aan Paradiso omdat hij in 1999 tijdens het festival 20 Jaar The Ex zijn toekomstige vrouw had ontmoet.

Todd Trainer hield nostalgische gevoelens voor zich. Hij zweeg en focuste zich volledig op de drums, vooraan in het midden van het podium gezeten tussen zijn twee bandgenoten. Hij hield zijn partijen extra kaal door met enige regelmaat een van de drumstokken in de lucht te houden terwijl hij de andere fel tegen het strakgespannen vel van de snaredrum sloeg. Het spel van Trainer was afgemeten als het binnenste van een Zwitsers uurwerk. Als Albini tijd nodig had voor het stemmen van zijn gitaar, rustte Trainer uit en vroeg Weston of er nog vragen waren in de zaal. Uit een van zijn antwoorden werd duidelijk dat Shellac een nieuwe album heeft opgenomen, maar dat de uitgave daarvan is uitgesteld omdat de band ontevreden was over de eerste testpersing.

Bij vorige optreden wilde Shellac nog wel eens in de herhaling vallen wat betreft geintjes tijdens het uitvoeren van de nummers, maar op de vliegbewegingen tijdens Wingwalker na bleven herhalingsoefeningen dit keer achterwege. De vele nieuwe nummers klonken net zo bevlogen als op de eerste platen. Hopelijk laat het zesde studioalbum niet lang op zich wachten.

Trouwe OCCII-bezoeker mauri d was ook present in Paradiso en filmde een nummer van Lifeless Past en meerdere van Shellac.

Popronde Den Bosch (6 oktober 2023)

wo, 10/11/2023 - 10:10

De Popronde is een jaarlijkse reden voor een muzikaal uitstapje in een Nederlandse stad naar keuze. Traditiegetrouw was Alkmaar mijn doel. Vorig jaar bezocht ik voor het eerst de editie in Hoorn. Na de verhuizing van een van mijn beste vrienden naar Vlijmen is Den Bosch een nieuwe optie geworden. Afgelopen vrijdagavond ontdekten we niet alleen nieuwe bands, maar ook de uitgaanssfeer in de Brabantse stad.

Het eerste wat we in Den Bosch leerden was dat Willem Twee Toonzaal zich niet in hetzelfde pand bevindt als Willem Twee Poppodium. Ondanks onze vergissing konden we op eerstgenoemde locatie toch nog een flink stuk meepikken van Abel Natürlich, het alter ego van Abel Tuinstra uit onder meer Personal Trainer. Met zijn band Very Good Friends laat hij zich beïnvloeden door de Cardiacs en ook solo schudt hij indiepop en progrock heftig door elkaar voor het vertellen van komische Engelstalige verhaaltjes. De complexe partijen, op afwisselend gitaar en piano gespeeld, werden niet allemaal even vlekkeloos uitgevoerd en waarschijnlijk was dat bewust ontregelend bedoeld, vooral tijdens een liedje over een dierenboerderij. Het publiek, dat aan tafeltjes en op de grond stond of zat, kon er de humor wel van inzien. Als Abel Natürlich besluit in het Nederlands te gaan zingen, wacht hem een grote toekomst in het kleinkunstcircuit.

Abel Natürlich

Een rondje Popronde is een verrassingstocht. Elke editie sta je op z’n minst één keer op ooghoogte en binnen handbereik van een geweldige nieuwe band, musicerend op een geïmproviseerd podium ergens achter in een afgeladen bruine kroeg. Deze avond in Den Bosch zagen we veel talent, maar moesten we tekort constateren aan verbeeldingskracht en opzienbarende muzikale vindingen. Bij de paar bands bands die we na Abel Natürlich zagen ging het meer om sound dan om songs. Aan muzikaal technisch vernuft was geen gebrek. De muzikanten in de paar bands die we zagen beheersten hun instrumenten volledig, speelden met zichtbaar gemak en hadden een professionele uitstraling. Het Friese kwartet Historian treuzelde in café De Basiliek nooit tussen nummers dankzij een drummer die de vaart in de set hield. Voor de jonge bandleden begint de popmuziekgeschiedenis eind jaren zestig en houdt die op voordat punk halverwege de jaren zeventig voor opschudding zorgde. We hoefden niet op in het programmaboekje te kijken om Led Zeppelin als inspiratiebron te herkennen. Net als bij DeWolff is het Hammond-orgel een smaakmaker.

Historian

Oh Whale uit Enschede had in het World Skate Center last van overdaad. Ik snap dat je als band bij het eerste nummer indruk wilt maken om zo de zwervende festivalbezoekers direct aan je binden. Het publiek kreeg bij het openingsnummer een volle laag effecten vanuit gitaren en toetsen over zich heen. De zanger sprong vroeg het podium af, alsof de band al minstens halverwege de set was beland. Hij haalde een kruk tevoorschijn, zette die voor het podium neer, ging erop staan en orakelde als een openbare spreker bij Speakers’ Corner in Hyde Park, maar dan zonder duidelijke boodschap. Zonder gitaar in handen had de zanger voldoende gelegenheid om zich Bono te wanen en zijn teksten met armbewegingen uit te beelden. Het leidde allemaal te veel af van de muziek en dus vertrokken we naar Bossche Brouwers aan de Vaart.

Het brouwpodium maakt deel uit van de Tramkade, een industrieel terrein waar ook World Skate Center en De Verkadefabriek zijn te vinden. Je waant je in de Bossche underground totdat je een prijzig speciaal biertje in een klein plastic glas krijgt geserveerd. Onze mislukte poging om eerder op de avond de band Hoofs te zien had ons geleerd om bij Bossche Brouwers aan de Vaart ruim voor aanvangstijd een plek te veroveren in de buurt van het podium. We waren dit keer op tijd genoeg voor het meemaken van de soundcheck van Femme Fugazi. De band uit Nijmegen is geen vrouwelijke variant op de post-hardcoreband Fugazi uit Washington, D.C. De Amerikaanse Fugazi was zeer politiek gedreven, wat van de jeugdige Nijmegenaren niet gezegd kan worden. Hun nummer met de titel Gerard Joling was geen statement tegen rechts-populisme, maar een welgemeend eerbetoon aan de Nederlandse kopstem. Zangeres Chris de Meza is oprecht fan.

De voornaamste functie van Femme Fugazi’s postpunk is het in beweging krijgen van een mensenmassa. In de volgepakte zaal begon om middernacht meteen vanaf de eerste maat een heftig uitgevoerd ritueel van springen, duwen en trekken. De moshpit beperkte zich niet tot de voorste paar rijen. Alles bewoog om ons heen. Een enkeling zocht een veilige plek door via onder meer onze schouders op de tafels te klimmen die links tegen de ramen stonden opgesteld. Via een dunne, witte en roestig ogende steunpilaar, onhandig voor het midden van het podium geplaatst, klom een enkele durfal omhoog om zich op de handen te leggen van mensen die in de buurt stonden. Anderen bungelden uitgelaten aan stalen buizen. De bassist van Femme Fugazi wandelde al spelend rustig over de bar die een heel eind naar achteren reikte. De speakers konden al het lawaai niet aan en staakten halverwege de set. Extreem volume bleek een essentieel onderdeel van het succes van de band. Zonder dat volume viel het dansen zo goed als stil. Terwijl technici gehaast op zoek gingen naar de oorzaak van het euvel, doodden de muzikanten de tijd met een jazzy jam. Er steeg gejuich op toen het zaalgeluid weer terugkeerde. De menigte vervolgde in nog heftigere mate het goedmoedige geworstel.

Femme Fugazi

Ik weet niet of iedereen speciaal voor Femme Fugazi naar Bossche Brouwers was gekomen of dat het elke uptempo en luid spelende band was gelukt iedereen zo uitzinnig te krijgen. Van de gespeelde nummers kan ik me na een paar dagen nauwelijks meer iets herinneren, maar de euforische publieksparticipatie maakte het slot van Popronde Den Bosch 2023 onvergetelijk.

Abwege (G.W. Pabst, 1928)

zo, 09/24/2023 - 11:23

Zwijgende films uit de vorige eeuw laten interieurs zien vol met ouderwetse varianten van alledaagse voorwerpen die we honderd jaar later nog steeds gebruiken. Een enkele keer staat in het decor een voorwerp waarvan de functie niet direct duidelijk is, zoals de witte pilaar in de slaapkamer van advocaat Thomas Beck en diens vrouw Irene in de film Abwege.

Thomas Beck (Gustav Diessl) gaat in Abwege volledig op in zijn werk. Zijn vrouw Irene (Brigitte Helm) moet van hem thuis blijven, alsof ze deel uitmaakt van het meubilair. Irene mag niet eens een avondje uit met vrienden. Ze laat zich door een bevriende kunstenaar (Jack Trevor) overhalen om het huwelijk te ontvluchten en met hem mee te reizen naar Wenen. Thomas Beck hoort van het vluchtplan en dwingt buiten medeweten van Irene de kunstenaar om er een streep door te zetten. De huwelijkscrisis verergert naarmate de film vordert. De naderende definitieve breuk wordt gesymboliseerd door een stuk taart dat Irene met een mes doormidden snijdt. De afstand die tussen de echtelieden is gegroeid wordt in een andere scène verbeeld wanneer ze in de slaapkamer tegenover elkaar staan, allebei leunend tegen het uiteinde van het filmframe, zij links en hij rechts. Ditmaal is het geen mes dat twee helften van elkaar scheidt, maar een vreemd wit voorwerp dat minstens twee en een halve meter hoog is.

Frank Morgan en Nancy Carroll in The Kiss Before The Mirror

Het is niet de eerste keer dat ik een vergelijkbaar object op de achtergrond ontwaarde in een film uit de eerste helft van de vorige eeuw. Eerder dit jaar viel het op in The Kiss Before The Mirror (James Whale, 1933), staand in de hoek van de huiskamer van advocaat Paul Held (Frank Morgan) en zijn vrouw Maria (Nancy Carroll) in Wenen. Door het ontbreken van interactie met het witte gevaarte is in beide films onduidelijk waar het voor dient. Is het een opbergruimte voor flessen wijn of sterkere drank? Is het een kunstvoorwerp en moet het een uitgerekte replica voorstellen van het Capitool in Washington? Filmhistoricus Nora Fiore wijdt er enkele woorden aan tijdens haar audiocommentaar voor de Britse Blu-ray-uitgave van The Kiss Before The Mirror. What’s going on with that pillar in the corner? vraagt ze zich af. Is it a giant salt shaker? I dare say dr. Freud might have something to say about it. Fiore kwam na een korte zoekactie tot de conclusie dat het een kabinet of secretaire is.

Reverse image search van de pilaar in Abwege levert een ander antwoord op. Als mijn informatie klopt is de pilaar een soort kachel, ontworpen in neoklassieke stijl en alleen betaalbaar voor mensen met een goede baan (zoals de advocaten in beide films) en een woning met ruime kamers. In de eerste scène in de woonkamer van het echtpaar Held in The Kiss Before The Mirror is geen open haard of andere warmtebron te ontdekken wat het extra aannemelijk maakt dat het om een kachel gaat.

Abwege is het bekijken waard vanwege onder meer Brigitte Helm. De actrice is het bekendst van haar filmdebuut in de dubbelrol van Maria en de robot in Metropolis (Fritz Lang, 1927). Ze was toen zeventien jaar jong. Irene in Abwege was haar vijfde filmrol en de twee onder regie van G.W. Pabst. Haar expressieve acteerstijl is interessanter dan het magere verhaal waar de film aan is opgehangen. In zwijgende films worden gevoelens geuit door overdrijving en Helm doet dat meteen verleidelijk in de eerste scène samen de kunstenaar en haar vriendin Liane (Hertha von Walther). Tegen het einde van een uitbundige scène in een nachtclub lijkt haar lichaam vloeibaar te worden nadat ze een verdovend middel heeft gebruikt dat haar door de mysterieuze Anita (Ilse Bachmann) is aangereikt. Een andere attractie in Abwege is de fotografie. De actrice wordt prachtig belicht door cinematograaf Theodor Sparkuhl. Het was een van zijn laatste Duitse films voordat hij via Frankrijk en Engeland naar Hollywood reisde. Het scherpe contrast tussen licht en schaduw dat hij al toepaste in Abwege droeg bij aan de typische film noir stijl uit het begin van de jaren veertig.

Divide and Dissolve + Chela in OCCII (10 september 2023)

di, 09/12/2023 - 20:17

Divide and Dissolve maakte tijdens eerdere tournees in Nederland indruk op het festival Roadburn en als voorprogramma van Low. Het Australische duo verzet zich met instrumentale doommetal tegen kolonialisme en maakt zich sterk voor inheemse soevereiniteit. Hun politiek engagement deed afgelopen zondag de fundamenten trillen van een volle OCCII.

De concertavond begon zondag stipt op tijd in OCCII. We stapten om 20:30 uur de zaal binnen en hoorden dreunende fabrieksgeluiden vanuit de verte op ons afkomen. Machines lieten zich onder luid protest opwarmen. Ze sputterden en bromden en tikten in een hortend ritme. Ajay Saggar (Bhajan Bhoy) en Kohhei Matsuda (Bo Ningen) van het duo Chela zaten tegenover elkaar aan een tafeltje met randapparatuur. Op de grond lagen effectapparaten in afwachting van de aanraking door schoenzolen. De fabrieksgeluiden maakten plaats voor dwalende gitaargolven waar loopjes onder het oppervlakte kringelden en de rural psychedelia van Flying Saucer Attack de kop boven het water uitstak. Even draaiden de twee muzikanten rondjes door heel minimaal twee akkoorden met elkaar af te wisselen, zoekend naar een uitweg. Die werd gevonden door de toevoeging van natuurlijke geluiden, zoals het gekletter van een verfrissend beekje, en elektronisch voortgebrachte soundscapes. De geïmproviseerde set was net zo prettig vrij van vastgelegde structuren als de zes tracks op het album Diagonal Drift dat eerder dit jaar verscheen.

Chela (bron: YouTube)

Achter Chela stond een muur van vier naast elkaar geplaatste versterkers, wachtend om door hoofdprogramma Divide and Dissolve te worden aangezet. Hun concert zou luid worden, dat was bij voorbaat een zekerheid. Na een introtape van een mij onbekende R&B-zangeres begon Takiaya Reed het optreden bescheiden door repetitieve jazzy frasen te spelen op haar sopraansaxofoon. De blaaspartijen werden met behulp van effecten herhaald en van een zwaardere klank voorzien. De zwevende saxofoonnoten waren de aanloop tot een instrumentale set met slechts gitaar en drums. Meer was niet nodig om het publiek door elkaar te schudden. Reed speelde trage logge noten. Drummer Scarlett Shred volgde de gitaar met harde kale klappen. Vooral de bekkens moesten het ontgelden. Shred vervangt tijdens deze tour Sylvie Nehill die op het recente album Systemic (2023) is te horen. Het hechte spel in OCCII wekte de indruk dat de twee muzikanten al jaren met elkaar optreden. Met een brede glimlach op haar gezicht toonde Reed hoeveel plezier ze beleefde aan het samenspel. De politieke boodschap die bij de instrumentale muziek hoort, kwam pas naar voren toen Reed halverwege het optreden het woord tot het publiek richtte. De slogans op de T-shirts bij de merchandise logen er ook niet om.

Bij Divide and Dissolve gaat het niet om virtuositeit, maar om het effect dat je kunt bereiken door verschillende geluidslagen op elkaar te stapelen. Takiaya Reed speelde in een open stemming waarbij elke aangeslagen noot de overige snaren vanzelf liet meetrillen. De resonerende bassen en boventonen kregen via de uitgekiend afgestelde versterkers extra feedback. Het luide volume kwam in de buurt van Sunn O))), maar deed minder pijn dan bij concerten van die Amerikaanse drone doomband. Muziek van Divide and Dissolve moet gevoeld worden om de band volledig op waarde te kunnen schatten.

De afbeeldingen op deze pagina zijn grotendeels afkomstig van video’s die je kunt terugvinden op het YouTube-kanaal van mauri d.

De opening van het nieuwe concertseizoen in OCCII (1 + 3 september 2023)

di, 09/05/2023 - 20:20

Het einde van de zomervakantie betekent het begin van een nieuw concertseizoen. OCCII startte voortvarend met een volgepropt weekend. Vrijdag keerde een favoriet uit Leeds terug en zondag werd het publiek verrast door een eigenzinnige band uit Portugal.

OCCII had vrijdag de programmeurs van KLONK te gast en een band als hoofdact die eerder dit jaar op dezelfde plek voor een van de hoogtepunten van 2023 had gezorgd. Voordat Nape Neck van start ging werd de zaal opgewarmd door allereerst Eigen Risico, een Spaanse rapper uit Groningen. Diens stevige en vervormde industriële beats waren overdonderend zolang ze gevrijwaard bleven van Smurfenstemmetjes. De raps werden bedolven onder het ritmisch geraas. Ze klonken in de verte als een spoedcursus in het Spaans schelden voor gevorderden. Comfort uit Glasgow mengde abstracte opwellingen uit een laptop met live gespeelde drums. Het duo vertolkte dansbare elektronische punk met de soepel bewegende vocalist Natalie als een rappende Janis Joplin. Het kostte drummer Sean een paar nummers om volledig aansluiting te vinden bij de voorgeprogrammeerde partijen, maar toen hem dat eenmaal lukte liet hij niet meer los.

Nape Neck

Nape Neck maakte nog meer indruk dan tijdens hun OCCII-optreden in januari dit jaar. Het trio speelt aanstekelijk onvermoeibaar. Kathy Grayon slaat onconventionele drumpartijen met herhalende rappe roffels. De loopjes van bassist Claire Adams zijn minstens zo zwaar en vervormd als die van de tegenwoordig gepensioneerde punkveteraan Rob Wright van NoMeansNo. Het spel was vrijdag zo fanatiek dat Adams’ bril van de neus vloog. Bobby Glew vulde de hectische ritmes aan door op de frets te slaan en gejaagd over snaren te glijden, met of zonder slide of lepel. In de bandbiografie worden de ritmische structuren van Nape Neck vergeleken met morsecodes. Dat maakt nieuwsgierig naar de verborgen boodschappen die de muzikanten op concertbezoekers af sturen.

Op zondagavond presenteerde Yugofuturism de laatste van drie avonden Vikendica, een reizend festivalweekend voor avontuurlijke nieuwe muziek dat de dagen ervoor in Vera en WORM was te beleven. Deze editie opende met het Groningse Schau Schau. Ik zag de band eerder dit jaar in Haarlem een prettige set spelen als voorprogramma van Tramhaus. Schau Schau had een eerste single meegenomen (Wants​/​Social Skills op Subroutine Records) en een vijfde bandlid aan de bezetting toegevoegd. De toetsenist gaf vocalist Maarten Huizing gelegenheid om te bedenken wat hij met zijn lege handen aan moest. De band zegt zelf geïnspireerd te zijn door onder meer Can. Ik hoorde zondag ook het natuurlijke gevoel voor popmelodieën zoals je dat bijvoorbeeld tegenkomt bij kiwi rock op Flying Nun Records.

Schau Schau

Na afloop van Schau Schau verscheen tussen het publiek een kleine, gezette oude man met grijze baard en een verwarde oogopslag. Het bleek geen verdwaalde zwerver, maar de vocalist van de volgende band Sereias. De Portugees António Pedro Ribeiro klom het podium op, wist de microfoon te bereiken en bleef met verstarde blik kijken hoe twee van zijn bandleden het hoge voorwerp voor hem lieten zakken. Hij legde een twintigtal A4’tjes met teksten op een lessenaar, pakte met de traagheid van een kameleon een volle waterkan van de grond en nam een paar teugen water. Da, da, da, da, da, schalde hij vervolgens. De papiervellen gleden van schrik massaal van de lessenaar. Ze dwarrelden sierlijk richting de schoenen van de dichter. Slechts één blad bleef over. De dichter negeerde deze achterblijver en zou het hele optreden alle teksten uit zijn hoofd voordragen.

António Pedro Ribeiro is een poëet uit Porto met anarchistische sympathieën die zichzelf schaart tussen surrealisten en situationisten. Ergens halverwege hemel en hel waant hij zich in het gezelschap van William Blake, Arthur Rimbaud, Jim Morrison, Henry Miller en Vincent van Gogh. Achter hem zorgden een drummer, bassist, toetsenist en blazer voor een volumineuze begeleiding. De blazer improviseerde over bezwerende ritmes zoals Duitse bands als Can en Neu! die ooit speelden. Op een filmdoek trilde vervormde videoruis waar soms het herhalende beeld van neerstortende gebouwen in was te herkennen. De dichter wisselde Portugees af met Engels en lage geprevelde declamaties met ijzingwekkend gekrijs. I don’t want to be a normal person! Hij wist zelf ook niet of hij helder van geest was of zijn verstand had verloren. Als het gekte was dat hem dreef, dan had hij die beter onder controle dan zijn trage bewegingen deden vermoeden. De dichter wankelde wel eens, maar viel niet van zijn verhoging. De muziek hield hem in evenwicht.

Sereias

Het overweldigende Sereias was lastig te evenaren. De Slowaakse band 52 Hertz Whale deed een poging met extra luid gespeelde, afmattende emo en een vocalist die over en van het podium rende alsof hij in brand stond. Onder andere omstandigheden had dat heel goed kunnen werken, maar op dit moment van de avond schrokken de onstuimige handelingen af en nam het publiek steeds meer afstand van het podium.

Op het YouTube-kanaal van mauri d vind je enkele video-opnamen, zowel van Schau Schau als van Sereias (hier en hier).

How To Blow Up A Pipeline (Daniel Goldhaber, 2022)

vr, 09/01/2023 - 15:48

In de Amerikaanse film How To Blow Up A Pipeline bereidt een groep jonge activisten een aanslag voor op een oliepijpleiding in Texas. De behoedzame manier waarop ze met explosieven omgaan, roept een zelfde soort spanning op als in Sorcerer (William Friedkin, 1977). De twee films hebben meerdere overeenkomsten.

William Friedkin (1935-2023) vertelt in de uitgebreide en soms eigenaardige conversatie met Deense regisseur Nicolas Winding Refn dat angst voor een nucleaire ramp voor hem een drijfveer was voor het maken van Sorcerer. De jonge personages in How To Blow Up A Pipeline gaan tot actie over vanwege hun zorgen over het klimaat door gebruik van fossiele brandstoffen. De nieuwe film van Daniel Goldhaber werkt toe naar een explosie. Het hachelijke avontuur van de hoofdpersonages in Sorcerer begint na een explosie bij een olieraffinaderij, ergens in de Zuid-Amerikaanse wildernis. De sabotage zorgt voor een brand die alleen gestopt kan worden door een gat te dichten met behulp van dynamiet. De dichtstbijzijnde voorraad is oud en daarom zeer instabiel. De kans is groot dat de staven tijdens het vervoer bij een verkeerde manoeuvre zullen exploderen. Het vervoeren van het dynamiet is daarom een klus voor mensen die niets meer hebben te verliezen. Jackie Scanlon (Roy Scheider), die naar Zuid-Amerika is gevlucht om uit handen te blijven van wraakzuchtige New Yorkse maffia, hoopt met de beloofde beloning weg te kunnen van de armoedige omstandigheden op zijn vluchtadres. Drie lotgenoten sluiten zich bij hem aan.

Scanlon rijdt in een van twee vrachtwagens door een ruig landschap met veel onregelmatig opduikende kuilen. Een van de spannendste scènes speelt zich af bij een gammele hangbrug tijdens noodweer. In een van de benauwende scènes in How To Blow Up A Pipeline moeten de activisten gezamenlijk explosieven aan een verhoogde leiding vastbinden. Een misstap kan dodelijk zijn. In beide scènes dreigt gevaar wanneer een koord begint te ontrafelen. De spanning wordt in How To Blow Up A Pipeline begeleid door elektronische muziek van componist Gavin Brivik. Zijn composities klinken net zo analoog als de filmmuziek die de Duitse band Tangerine Dream in opdracht van Friedkin maakte voor Sorcerer.

Sorcerer

De vertelstructuur van How To Blow Up A Pipeline lijkt geïnspireerd door de montage van Sorcerer die zonder toestemming van William Friedkin in Europa en Australië heeft gedraaid. De originele versie begint met een vierdelige proloog waarin te zien is waarom de vier belangrijkste personages naar Zuid-Amerika zijn gevlucht. De in de ogen van Friedkin verminkte versie begint in Zuid-Amerika en toont de vier delen van de proloog verspreid over de film als korte flashbacks. Daniel Goldhaber heeft die flashbackstructuur overgenomen om in het verloop van zijn verhaal inzicht te geven in de achtergronden van de activisten.

Sorcerer was de duurste film die Friedkin tot dan toe had gemaakt. Hij had de pech dat Star Wars in dezelfde periode uitkwam. Het grote publiek ging massaal naar het sciencefictionspektakel. Sorcerer verdween al na een paar weken uit de bioscopen. Critici waren indertijd ook niet erg enthousiast, vooral omdat ze de film beschouwden als een overbodige remake van de Franse filmklassieker The Wages Of Fear (Henri-Georges Clouzot, 1953). De meningen over Sorcerer zijn ondertussen veranderd en de film heeft een nieuw publiek kunnen bereiken dankzij de Blu-ray uit 2014 met een digitaal geremasterde versie onder auspiciën van Friedkin. How To Blow Up A Pipeline draait op dit moment nog steeds in meerdere zalen.

Mixcloud: 2023 – The Year So Far

za, 08/26/2023 - 13:12

De rustige zomermaanden zijn uitermate geschikt voor het samenstellen van een terugblik op de eerste helft van het muziekjaar. Je kunt een selectie hoogtepunten beluisteren via drie compilaties die ik onlangs op Mixcloud plaatste.

Bij het zoeken naar nieuwe muziek volg ik mijn eigen waan in plaats van die van de dag. Vroeger – heel lang geleden – bepaalden radio (VPRO) en tijdschriften (Opscene, Option, Melody Maker) mijn zoekrichting, aangevuld door wat platenverkopers mij in de handen duwden. Tegenwoordig komen muziektips binnen via internet, variërend van namen die genoemd worden in de tijdlijn van het sterfhuis Twitter, webradio (Concertzender, Ad Infinitum, NTS) tot catalogi van distributeurs (Konkurrent) en (web)winkels (Rush Hour, Underbelly). Tips van vrienden worden ook vaak verzilverd. Vrijwel na elk geslaagd concert meld ik me bij de tafel met merchandise om rechtstreeks uit de handen van muzikanten een plak vinyl (of desnoods een cassette) als aandenken aan te schaffen.

In de eerste mix op Mixcloud hoor je muziek die in 2023 (her)uitgebracht werd. Het is een eclectische verzameling met ambient, experimentele electronische geluiden, folk, indierock, filmmuziek en jazz, beginnend bij een sonic raga trip van Bhajan Bhoy (een van de projecten van de onstuitbaar productieve Ajay Saggar) en eindigend met een track van de compilatie-box Lamina van Drew McDowall (Psychic TV, Coil).

De tweede mix bevat tracks van platen die ik aantrof in schappen van winkels met tweedehands elpees. Soms zocht ik daar gericht, onder meer naar aanleiding van de dit jaar verschenen twee muziekboeken Conform to Deform: The Weird and Wonderful World of Some Bizzare en The Art of Darkness: The History of Goth. Het eerste album van The Roches stond sinds vorig jaar op mijn verlanglijstje omdat ik toen pas vernam dat Robert Fripp die plaat heeft geproduceerd. Het debuut van Space Opera uit 1972 zou me vanwege de misleidende bandnaam nooit zijn opgevallen als ik de YouTube-link had gemist in de tijdlijn van een betrouwbare Twitter-bron. Andere platen die ik in 2023 tegenkwam, had ik in het jaar van uitgave niet kunnen kopen omdat ik als middelbare scholier slechts een zeer beperkt budget tot mijn beschikking had.

De derde muziekselectie op Mixcloud bestaat uit bands en solo-acts die ik de afgelopen zes maanden heb gezien in Amsterdam (OCCII, Paradiso), Haarlem (Patronaat) en Utrecht (dB’s). Ik heb me beperkt tot een mix van een uur met grotendeels korte nummers. Om die reden ontbreekt onder meer Oren Ambarchi terwijl zijn optreden met band in het Bimhuis toch zeker tot de hoogtepunten van 2023 gerekend mag worden.

Squaring The Circle (The Story of Hipgnosis) (Anton Corbijn, 2023)

ma, 08/21/2023 - 09:32

Begin dit jaar was in het Groninger Museum The Art Of Hipgnosis te zien, de eerste grote overzichtstentoonstelling ter wereld over ontwerpstudio Hipgnosis. De verhalen achter de spraakmakende hoesontwerpen van deze Londense studio vormen de basis van de onlangs verschenen film Squaring The Circle, de eerste lange documentaire van Anton Corbijn.

Anton Corbijn was in de ogen van Aubrey ‘Po’ Powell de ideale persoon om een film te maken over zijn ontwerpstudio Hipgnosis. Corbijn is immers internationaal vermaard fotograaf, zelf ook maker van platenhoezen en sinds Control (2007) een gerespecteerd filmregisseur. Toch twijfelde de Nederlander, voornamelijk omdat hij nooit eerder een lange documentaire had gemaakt. Hij werd pas overtuigd na een prettige eerste ontmoeting met Po en realiseerde zich ook dat het project geschikt was om uit te voeren tijdens de coronacrisis. Het kostte vervolgens geen enkele moeite om grote rocksterren enthousiast te krijgen voor het vertellen van het verhaal over de invloedrijke Britse ontwerpers.

De welbespraakte Po is centrale verteller in de documentaire Squaring The Circle. Hij wordt geïntroduceerd terwijl hij de geschiedenis van Hipgnosis op zijn rug torst, lopend over een begraafplaats. Zijn partner Storm Thorgerson is in 2013 overleden en daarom alleen in archiefopnamen te zien en te horen. Anton Corbijn toont de verteller en vele betrokkenen in zwart-wit, niet omdat hij zelf graag in zwart-wit fotografeert, maar omdat de kleurrijke ontwerpen zo extra in het oog springen. Squaring The Circle is chronologische geschiedschrijving, beginnend bij de eerste ontmoeting tussen Po en Storm in de scene rondom Pink Floyd. Die band werd eerste opdrachtgever voor de hoes van A Saucerful Of Secrets in 1968. Hipgnosis zou tot 1983 ontwerpen maken voor onder meer The Nice, Led Zeppelin, Genesis, UFO, Black Sabbath, Yes, Paul McCartney en Peter Gabriel. Het duo Po en Storm werd midden jaren zeventig versterkt door derde partner Peter Christopherson. Deze muzikant van experimentele bands Throbbing Gristle (*), Psychic TV en Coil uitte in zijn bijdragen een fascinatie voor de duistere kanten van het bestaan.

The Dark Side Of The Moon van Pink Floyd

Een van de revolutionaire ontwerpen is de elpeehoes voor Atom Heart Mother (1970). Het was in die tijd ongebruikelijk om bandnaam en titel achterwege te laten. Een hoes had gewoonlijk de functie zoals de verpakking van een wasmiddel: je moest direct kunnen zien wat voor product je in handen had. Op de voorkant van Atom Heart Mother staat een koe die haar kop omkeert en in de camera kijkt. Het dier heeft verder geen enkele connectie met wat op de plaat is te horen. De platenmaatschappij was niet blij, maar de bandleden van Pink Floyd wel en zij waren machtig genoeg om de doorslag te geven. Zo’n koe trekt nogal de aandacht in de schappen van een platenwinkel, veel meer dan een beroemde bandnaam. Ook de abstracte hoes voor The Dark Side Of The Moon (1973) viel op in al zijn schijnbare eenvoud. Het was een inspiratiebron voor grafisch ontwerper Peter Saville bij het ontwerp van de hoes voor Joy Divisions debuutalbum Unknown Pleasures.

Geld speelde in de jaren zeventig geen rol bij de rockdinosaurussen. De mannen van Hipgnosis en hun entourage mochten de wereld over voor fotosessies op exotische locaties. Dat leidde niet altijd tot geslaagde hoezen. Het lelijke beeldje op de hoes van de compilatie Wings Greatest had net zo goed op een bergje zout in een Britse achtertuin gefotografeerd kunnen worden in plaats van op een sneeuwplateau in de Alpen die alleen met een helikopter bereikt kon worden. Dit soort schaamteloos decadent gedrag werd door de punkgeneratie verafschuwd. Zanger Johnny Rotten, die met zijn band Sex Pistols repeteerde in een ruimte achter de studio van Hipgnosis, droeg demonstratief een T-shirt met de tekst I Hate Pink Floyd. De deze maand overleden Britse beeldend kunstenaar Jamie Reid bewees met uitgeknipte letters en collages dat je met weinig middelen ook geschiedenis kunt schrijven.

De verhalen achter de hoezen leveren in Squaring The Circle anekdotes op waarbij dubieuze praktijken en onaangename karaktereigenschappen niet onvermeld blijven. Er is humor en er is drama (de aftakeling van Pink Floyds Syd Barrett, de breuk tussen Po en Storm) en natuurlijk veel muziek. Noel Gallagher van Oasis vertegenwoordigt met zijn commentaar de nostalgische gevoelens van een generatie voor wie het kopen van elpees een bijna rituele aangelegenheid was. Van de paar hoezen die Hipgnosis voor Nederlandse bands heeft gemaakt, komt alleen in een flits To The Hilt (1976) van Golden Earring in een montage voorbij.

De eerste editie van de Blu-ray van Squaring The Circle bevat ook een dvd-versie, een boekwerkje en audiocommentaar van Anton Corbijn samen met Po (inclusief anekdotes die de film niet hebben gehaald en het gepiep van binnenkomende e-mailberichten).

(*) Throbbing Gristle-leden Genesis P-Orridge en Cosey Fanni Tutti zijn als modellen te zien op de hoes van UFO’s album Force It (1975).