Gore – Mean Man’s Dream (1987)
Door Gert VerbeekDe Australische band Blank Realm bracht onlangs een single uit als voorproefje van hun aanstaande nieuwe album. Het mes op de hoes van River Of Longing deed mij direct denken aan het mes dat prijkt op de hoes van een band uit Limburg. Van alle messen op platenhoezen waar ik het bestaan van weet, levert die op Mean Man’s Dream (1987) in al zijn eenvoud het sterkste beeld op.
Gore is het geesteskind van bassist, componist, tekstschrijver en hoesontwerper Rob Frey uit Venlo. Samen met drummer Danny Arnold Lommen en gitarist Pieter de Swart nam hij in 1986 het eerste album Hart Gore op, een volledig instrumentale plaat waarop het trio op avant-gardistische wijze invloeden uit hardcore en metal verwerkte. Het unieke geluid vond een internationaal publiek. Op een website die aan Gore is gewijd wordt de band als inspiratiebron genoemd voor genres als sludge metal, stoner rock en drone. Latere platen van Gore kunnen worden beschouwd als voorlopers van math rock.
Er zijn meerdere links te leggen tussen de Limburgse band en vermaarde buitenlandse acts. Gore maakte een album met zanger Henry Rollins van de punkband Black Flag. Een van de afsplitsingen van Black Flag is het instrumentale trio Gone, een naam die opvallend veel lijkt op Gore. Gore is de eerste Nederlandse band die een plaat opnam met producer Steve Albini (Pixies, PJ Harvey, Nirvana). Bij het optreden van Gore in The Knitting Factory tijdens het New Music Seminar in New York in juli 1993 zag ik onder meer Jim 'Foetus' Thirlwell en leden van de Amerikaanse band Swans en het Japanse Boredoms zeer geïnteresseerd toekijken. De Duitse band Bohren & The Club Of Gore heeft zich naar Gore vernoemd.
Ondanks het ontbreken van zang ging de eerste elpee vergezeld van een tekstvel met Nederlandse en Engelstalige teksten. De extreme muziek en dito teksten waren toepasselijk verpakt in een extreme hoes met een foto van een varkenshart dat door een zwaard wordt doorboord. Na het zwaard keerden messen vaak terug in ontwerpen, zoals op de achterkant van het splitalbum met Henry Rollins en in het logo. Cut, stab, search & love staat naast het logo op de binnenhoes van het tweede album Mean Man's Dream (1987) geschreven.
Het keukenmes op de voorkant van Mean Man's Dream is onder meer een krachtig beeld omdat het niet onderbroken wordt door bandnaam en titel. Het getoonde voorwerp heeft grote aantrekkingskracht. Het is op een elpeehoes net zo groot als een echt mes. Je kunt bij wijze van spreken het heft vastgrijpen en het voorwerp van de snijtafel grissen. De foto is zo scherp dat je kunt zien waar het mes is gemaakt. Het is een roestvrij mes nr. 348 van firma Dick, een Duits bedrijf dat in 1778 in Esslingen door Johann Friedrich Dick is opgericht. Via de website van Dick kun je het model dat Gore heeft gebruikt nog steeds bestellen.
Messen komen vaker voor op platenhoezen, maar niet zo kaal en zonder opsmuk als op de tweede plaat van Gore. De meeste messen vind je waarschijnlijk uitgestald op de hoes van de experimentele plaat Satanstornade van Masami Akita en Russell Haswell (Warp, 2002). Van een band met The Knife als naam zou je ook scherpe en puntige voorwerpen verwachten, maar dit Zweedse elektronische duo beperkte zich in de beginperiode tot een mes op de plek waar in de bandnaam een i hoort te staan. Wat opvalt bij het mes van The Knife en die op de onderstaande hoes van de single van de Australische band Blank Realm is dat ze naar beneden zijn gericht, wat een minder machtig effect heeft dan een fier naar boven gericht lemmet. Ik betwijfel of Blank Realm zich bij het ontwerp heeft laten beïnvloeden door de hoes van Gore, maar we kunnen het de bandleden vragen wanneer ze in september Nederland aandoen voor optredens in Rotterdam en Amsterdam en tijdens het Tilburgse festival Incubate.
De eerste twee albums van Gore zijn enkele jaren geleden door het Amerikaanse label Southern Lord gezamenlijk op cd uitgebracht.